De uitvaart van buurman Sjors

Speciale gelegenheden

Ons werk

“Nou, dat was me een toestand zeg … “.  Zichtbaar geroerd valt ze stil. Ze kijkt me aan, neemt een trekje van haar sigaret en blaast met één oog dicht een wolkje rook de keuken in. Het hele huis stond vol, vervolgde ze. De politie, de buren, mijn zoon, de pedicure. En dat allemaal omdat ze de buurman gevonden hebben. Overleden. Hij had geen familie of vrienden, enkel een paar betrokken buren. Woensdag wordt hij begraven. Ik zou er graag bij zijn om hem een laatste groet te brengen.

Ze staart naar de muur waar buurman Sjors dagen lang heeft achter gelegen. Na een snelle blik in de denkbeeldige agenda in mijn hoofd vertel ik haar dat ik haar die dag wil begeleiden. Ik zie haar gezicht oplichten.

De kerkklokken beginnen te luiden

Woensdagochtend 11:15 uur stipt, bel ik aan. Ze doet open in haar sjieke camel kleurige jas, direct mededelend dat ze haar zwarte tas heeft omgeruild voor een bruine. Die paste beter bij haar jas had ze besloten. ‘Prachtig’, zeg ik. Even later zitten we in de auto op weg naar het afscheid van buur Sjors. Mevrouw heeft ons gevraagd of wij haar willen begeleiden tijdens deze speciale gelegenheid. Ruim op tijd rijden we de parkeerplaats van de kleine begraafplaats op. De zon schijnt en er heerst rust en stilte, hoe kan het ook anders… Geduldig wachten we in de auto tot het tijd is. Dan beginnen de kerkklokken te luiden. Als ik door de achterruit naar buiten kijk zie ik vroeger dan verwacht een rouwwagen begeleid door zes mannen langzaam het grind op rijden.

Zo gauw als ik kan, mevrouw is 90 jaar oud, help ik haar uit de auto en snellen we richting kerk. Buurvrouw Nel en haar zoon Max zijn er al. Ze wenken ons om hun kant uit te komen. De kist wordt naar binnen gedragen en samen met buurvrouw en zoon worden we apart gezet in dezelfde ruimte waar we straks een kopje koffie krijgen. De uitvaartbegeleider checkt wie we zijn en deelt mede dat er weinig meer bekend is over buur Sjors dan zijn geboortedatum en plaats. Buuf Nel geeft aan nog iets te willen zeggen, de muziek wordt op het laatste moment gewijzigd (Sjors hield niet van Beethoven, volgens Nel) en even later schuifelen we de kleine kerk in.

Overvallen door verdriet

Daar zitten we, eerste rij, en hoewel ik buur Sjors niet heb gekend, niet weet hoe hij er uit heeft gezien, word ik overvallen door verdriet. Na een paar diepe ademteugen en me realiserend dat ik hier ben om mevrouw te begeleiden, ontspan ik. De uitvaartbegeleider heet de buren welkom en kijkt mij twijfelachtig aan even niet wetend wat te zeggen, om daarna ook mij als ‘hulp’ welkom te heten. Er wordt muziek gespeeld en buuf Nel doet haar speech gevolgd door applaus van zoon Max. Vanuit een automatisme wil ik ook applaudisseren, maar doe het niet. Ondertussen zit mevrouw stilletjes naast me, haar hoofd zachtjes knikkend zoals ouderen dat soms doen.

Graf

Abrupt is de dienst voorbij en voor ik het weet dragen de mannen de kist de kerk uit met Nel en Max er achter aan. Ik neem mevrouw op sleeptouw om zo snel mogelijk bij de korte stoet aan te sluiten. Aangekomen bij het graf wordt de kist op de ijzeren balken in het gat gezet waar het later verder in zal verdwijnen. De mannen nemen met een respectvolle buiging afscheid en verlaten de plek. Een schep in een hoopje zand staat al klaar. Nel, Max en mevrouw strooien een handje zand één voor één over de kist.

Buitenstaander

Als buitenstaander doe ik een subtiel stapje naar achter om het ritueel aan mij voorbij te laten gaan. Mevrouw denkt daar anders over en trekt me met een zachte maar ferme ruk aan mijn arm, gevolgd door een vriendelijk doch dringende “jij ook…”. Daar valt niets tegen in te brengen, dus neem ik de schep aan van de man die het strooi-gedeelte begeleid. Nauwelijks waarneembaar lacht hij me toe, wetend van mijn ongemak. Schaapachtig glimlach ik terug en gooi een laatste schep zand op de kist. Met nog een persoonlijk slotwoord van mevrouw is het afscheid van de buurman ten einde.

Solitaire leven

Eenmaal in de ontvangstruimte wordt er met een kop koffie nagepraat over buur Sjors die niet meer is, over zijn solitaire leven, zijn schrijnende dood en desondanks waardige afscheid. Dan is mevrouw het zat. “Nu wil ik naar huis”, zegt ze met een zucht. Tien minuten later zitten we zwijgend naast elkaar in de auto. Beiden licht ontdaan. Mevrouw vanwege de intense indrukken en de onderneming op zich. Ik nog niet helemaal begrijpend waar ik daarnet zowel getuige als deelgenoot van was. Thuis aangekomen drinken we ter afsluiting een kop thee aan de keukentafel. Nou, dat was me wat hè … zichtbaar geroerd valt ze stil. Ze kijkt me aan, neemt een trekje van haar sigaret en blaast met één oog dicht een wolkje rook de keuken in.

Gerelateerde artikelen

Ons werk